Het snoeien van bomen
Wanneer snoeien
Snoeien is vaker nodig dan wordt gedacht. Aan een pas geplante boom moet jeugdsnoei plaatsvinden; tijdens de verdere ontwikkeling moet geregeld begeleidingssnoei worden toegepast en op oudere leeftijd van de boom kan uitdunningsnoei nodig zijn.
Jeugdsnoei
Het belangrijkste doel bij jeugdsnoei is erop gericht om een boom te krijgen met een enkele top en die tot een rechtstammige en evenwichtig opgebouwde boom te laten uitgroeien. In deze levensfase wordt de boom op de kwekerij meestal met de stam aan een rechte paal vastgebonden. De vorming van zware gesteltakken wordt tegengegaan door middel van het wegsnoeien van zulke takken. De kruin is in feite steeds tijdelijk. Als gevolg van deze maatregelen reageert de boom in de vorm van diktegroei. Kleine loten op de stam worden steeds weggesnoeid.
Begeleidingssnoei
De snoei omvat alle ingrepen die vanaf de jeugdfase tot het bereiken van het volwassen boom stadium regelmatig noodzakelijk zijn. Zo wordt tegengegaan dat er zich te veel en te zware gesteltakken ontwikkelen aan de stam, die overlast zullen veroorzaken. Takken die tegen een raam of het dak dreigen te groeien; een tak die tot een dubbele top zal kunnen leiden of een onevenwichtige kroonopbouw zal veroorzaken. Daarbij moet voorkomen worden dat de kruin te dicht gaat worden met als gevolg dat de bladmassa binnen in de kruin zal afsterven. Uiteraard wordt steeds al het dode hout verwijderd.
Uitdunningsnoei
De werkzaamheden vinden plaats wanneer de boom zijn maximale grootte heeft bereikt. Deze levensfase van de boom is te herkennen aan uitgezakte gesteltakken, een strakke contour van de kruin met weinig blad en veel jonge twijgen aan de buitenrand van de kruin.
Snoeien in deze fase is erop gericht om de 'natuurlijke balans' en de vorm van de boom niet te verstoren. Uitdunnen door snoeien gebeurt aan de uiteinden van alle takken, zodanig dat een bladreductie van 30% ontstaat. Afhankelijk van de boomgrootte wordt gesnoeid in de buitenste 2 tot 5 meter van de kruinomvang. Door deze wijze van onderhouden kan worden bereikt dat de boom een zeer hoge leeftijd haalt zonder een risico voor z'n omgeving te vormen.
Bladreductie leidt ertoe dat ook oude bomen telkenmale voldoende nieuwe wortels aanmaken. De verankering in de bodem blijft zodoende goed gewaarborgd. Naast snoei van takuiteinden die wortelgroei stimuleert, kan bodemverbetering rondom de boom ook wortelgroei bevorderen.
Wanneer een al oude en hoge boom in uw tuin staat, kan het uitdunnen beter overgelaten worden aan een vakkundige boomverzorger. Veilige klimtechnieken stellen een boomverzorger in staat om vanuit een boom te bepalen hoe en waar uitgedund mag worden. U kunt dus maar beter niet uit een boom vallen nadat u die boom hebt misvormd...
Als reactie op het wegnemen van kroontakken vormt de boom vaak jonge loten of scheuten op de stam ter compensatie van het energieverlies door een verminderde bladmassa. Soms ook komen er spontaan grondscheuten te voorschijn vanuit de wortelvoet. In principe worden al deze scheuten verwijderd.
Kandalaberen
Dit is alle takken ontdoen behalve de gestel takken,de reden daarvoor om dit te doen is dat de kroon in het geheel kleiner word, dus op plaatsen waar hij eigenlijk te groot voor wordt kan u hem verkleinen.